Teken vlooien en wormen.

    Teken: Pas op uzelf en uw hond!

    example graphic Algemeen:

    Er zijn vele soorten teken waarvan er in de Benelux slechts een aantal belangrijk zijn. Ze behoren tot de zogenaamde harde teken (Ixodae) die een rugschildje bezitten. De gewone algemeen voorkomende teek, is de Ixodes ricinus. Soorten uit Zuid-Europa zoals de Rhipicephalus sanguineus, kunnen met een vakantiebezoek aan deze landen worden meegenomen en kunnen zich daarna in ons klimaat alleen binnenshuis of in kennels handhaven. Een andere teek die wel eens meegenomen wordt uit Zuid-Europa, de Dermacentor reticularis komt ook van nature in Zuid België voor. Teken zijn parasieten die zich uitsluitend kunnen voeden met het bloed van u of uw huisdier. Zij vervellen een aantal malen voordat ze volwassen worden. Voor iedere vervelling hebben zij een bloedmaaltijd nodig. Risicoperioden: voorjaar en herfst. De activiteit van teken hangt samen met het klimaat. Het voorjaar en de herfst zijn bekende risicoperiodes voor het oplopen van besmettingen met teken. Teken (vnl. de "zachte") zijn in stedelijke gebieden ook gedurende de winter actief omdat onze huisdieren in een verwarmde omgeving verblijven.

    Levenswijze:
    Teken en hun onvolwassen stadia (larven en nymphen) hechten zich op bladeren en gewas en wachten tot hun gastheer passeert. Op dat moment laten ze zich op hun gastheer vallen en grijpen zich met hun klauwtjes vast. Teken kunnen diverse gastheren gebruiken, bijvoorbeeld: honden, katten, paarden, runderen, en knaagdieren. Ook kunnen ze zich aan de mens vasthechten. De voltooiing van een levenscyclus kan afhankelijk van de omstandigheden tot enkele jaren duren.

    Bloedmaaltijd van de teek:
    De teek zuigt zich kort nadat hij op het dier is gekomen vast met een speciale zuigsnuit. De voorkeursplaatsen voor de aanhechting van de teek bij hond en kat zijn de kop, de voorborst en de flanken. De bloedmaaltijd kan 2 tot 25 dagen duren waarna de teek van de gastheer valt om met de volgende fase van zijn levenscyclus te beginnen.

    De huidbeschadiging:
    Het zich in de huid vastzetten van de teek geeft vaak jeuk en irritatie. Zelfs na het loslaten van de teek kan er zich gedurende enige tijd een verdikking en ontsteking van de huid voordoen.

    Door teken overgebrachte ziekten:
    Wereldwijd zijn teken verantwoordelijk voor het overbrengen van vele ziekten. In de Benelux is de belangrijkste ziekte die door teken wordt overgebracht, de Ziekte van Lyme. Deze wordt veroorzaakt door de bacterie Borrelia burgdorferi. Deze ziekte is voornamelijk gevaarlijk voor de mens. In het Middellandse Zee gebied zijn ook andere ziekten van belang welke met name ook een risico voor de hond betekenen. Een voorbeeld hiervan is Babesiose, veroorzaakt door een eencellige parasiet (Babesia canis). Overdracht van deze ziekten vindt doorgaans pas 48 uur na het aanhechten plaats.

    Bestrijding van teken:
    Door het gebruik van middelen die teken binnen 48 uur na aanhechting doden, wordt het risico op ziekteoverdracht sterk beperkt. Naast middelen die teken bestrijden zijn er ook middelen die vlooien en teken in één behandeling bestrijden. Wees opmerkzaam op het feit dat ook dode teken aangehecht kunnen blijven doordat zij zichzelf "vastgelijmd" hebben aan de huid met een speciale lijmstof. Gebruik de juiste dosering van het middel (controleer de bijsluiter) en zorg ervoor, wanneer u een "Spray" gebruikt, dat het hele lichaam van het dier (inclusief de kop!) wordt behandeld. Zorg voor een regelmatige inspectie van de dieren op de aanwezigheid van teken. Zelfs bij het gebruik van middelen tegen teken kunnen bij inspectie levende teken op het dier gevonden worden, aangezien het afdoden van de teek enige tijd in beslag kan nemen. Uw huisdier kan immers iedere keer bij het naar buiten gaan weer een nieuwe tekenbesmetting oplopen. De verwijdering van teken moet op de juiste wijze gebeuren anders wordt het risico op ziekte-overdracht vergroot. Ook kan bij een onjuiste verwijdering van de teek de zuigsnuit afbreken en in de huid vast blijven zitten, wat een plaatselijke ontsteking van de huid kan geven. Uw dierenarts kan u voorlichten over de juiste verwijderingtechniek. Neem de genoemde maatregelen vooral in risicogebieden (dichtbeboste gebieden) en risicoseizoenen (voorjaar en herfst). Raadpleeg uw dierenarts voor advies over de juiste aanpak van het tekenprobleem.

    Vlooien: ongewenste gasten.

    Algemeen:
    Vlooien zijn vleugelloze insecten. De meeste huisdiereneigenaren hebben wel eens één of meerdere vlooien aangetroffen bij hun hond of kat. Vlooien zijn 1,5 tot 6 mm grote bruine insecten met lange krachtige springpoten waarmee ze wel sprongen van 30 cm hoog kunnen maken. Wereldwijd zijn er wel 200 soorten vlooien, maar bij de hond en de kat zien we maar 3 verschillende soorten, waarvan de kattenvlo in het merendeel van de gevallen bij de hond en de kat wordt gevonden.

    Levenscyclus:
    example graphic Een gedeelte van het leven van de vlo speelt zich af op de gastheer, namelijk het volwassen stadium. De eieren die de volwassen vrouwtjes vlo legt (gemiddeld zo'n 2700 tijdens haar leven) vallen op de vloer en ontwikkelen zich waarna er een larve uitkomt. Deze larve groeit verder en voedt zich met allerlei natuurlijk materiaal en de ontlasting van de volwassen vlooien in zijn omgeving. Als de larve uitgegroeid is, verpopt hij zich in een cocon die hij zelf maakt en komt hij als een vlo na enige tijd uit de cocon. De nieuw uitgekomen vlo is dan klaar om zijn gastheer te bespringen voor zijn eerste bloedmaaltijd.Normaliter duurt deze levenscyclus 3 tot 4 weken. Als de omstandigheden voor de vlo minder gunstig zijn kan de vlo in de cocon blijven wachten (dit kan soms wel een half jaar duren) en er onder invloed van bepaalde prikkels uitkruipen. Dit kan bijvoorbeeld de terugkomst van het huisdier of de eigenaar zijn na een vakantie.

    Problemen door vlooien:
    Het bijten van de vlo geeft op de plaats van de beet een rood bultje dat de jeuk veroorzaakt. De hond of kat bijt, krabt en likt deze plaatsen waardoor soms nog meet huidirritatie ontstaat en soms veel onrust bij het dier wordt veroorzaakt. De volwassen vlooien kunnen drager zijn van de lintworm waardoor de hond of kat zich hiermee kan besmetten bij het oplikken van de vlooien. Grote problemen kunnen ontstaan bij dieren die allergisch worden voor het speeksel van de vlo. Bij een beet van de vlo kan dan over een groot deel van de huid een huidreactie ontstaan die veel jeuk geeft.

    Bestrijding van vlooien:
    Om de vermeerdering van vlooien te voorkomen, is het van belang de levenscyclus van de vlo te doorbreken. Dit kan door één van de schakels in die levenscyclus volledig te verbreken met een effectief product. Van belang is ook, voornamelijk voor allergische dieren, dat zij constant beschermd zijn tegen infecties van buitenaf, aangezien vlooien bij contact tussen gastheren (honden en katten) gemakkelijk overspringen. Ook de omgeving buitenshuis zoals tuinen, parken en bossen kunnen besmet zijn. De beste resultaten worden behaald met een vlooien bestrijdingsprogramma, waarbij gedurende het gehele jaar met de juiste tussenpozen behandeld wordt.

    Wormen

    Naast een efficiënte vlooienbestrijding is het belangrijk om ook de maag-darm wormen aan te pakken, te weten spoelwormen, haakwormen en zweepwormen. Deze kunnen schade aanrichten aan het darmkanaal van uw hond. Wormen vormen niet alleen een gevaar voor honden. Ze kunnen namelijk ook ziektes overbrengen op mensen. Vooral kinderen zijn kwetsbaar voor dit soort infecties.

    Spoelwormen.
    De meest voorkomende wormsoort bij de honden is de spoelworm. Bijna elke puppy wordt geboren met een infectie van spoelwormen of raakt besmet via de moedermelk. Een volwassen spoelwormkan tot 200.000 eitjes per dag produceren die met de ontlasting worden uitgescheiden. Deze eitjes worden na enkele weken in de buitenwereld besmettelijk. Door opname van deze eitjes infecteren honden zich opnieuw. Bijvoorbeeld na het likken van de vacht of het eten van de grond.
    Verschijnsel bij een spoelworminfectie.
    Als uw puppy geïnfecteerd raakt met spoelwormen dan kan hij last hebben van een opgeblazen buik, braken, diarree, een doffe vacht, hoesten en koliek.

    Haakwormen.
    De haakworm leeft in de dunne darm van de hond. Aan de mondopening heeft de haakworm snijdende haakjes of plaatjes, waarmee hij wondjes maakt in de darmwand en bloed zuigt. Net zoals de larven van de spoelworm kunnen ook de larven van de haakworm in een drachtige teef de nog ongeboren hondjes besmetten en kunnen haakwormen via de moedermelk worden doorgegeven aan puppies.
    Verschijnselen bij een haakworminfectie
    Haakworminfecties veroorzaken diarree en bloedarmoede bij de honden. Een infectie van 100 haakwormen kan bij een hond een bloedverlies van 100 ml per dag veroorzaken. Bij een puppy van 2 kg kan dit zeer ernstige bloedarmoede veroorzaken en zelfs sterfte omdat dit de helft van zijn totale hoeveelheid bloed is.

    Lintwormen.
    Lintwormen komen voor bij zowel honden als katten. Ze worden overgedragen via besmet vlees of dieren (muizen), maar vooral door vlooien en luizen. Ze kunnen ontstekingen veroorzaken en soms kleine bloedingen of diarree. Mensen worden besmet door het inslikken van eitjes. De lintworm kan in de darm een paar meter lang worden. Er zijn weinig klachten, maar in de ontlasting zijn witgele stukjes zichtbaar.
    Verschijnsel bij een lintworminfectie
    Bij jonge of ondervoede dieren kunnen vermagering en vertraagde groei optreden. Een besmetting herkent U aan de langwerpige eitjes in de ontlasting en het schuifelen over de grond ("sleetje rijden").

    Zweepwormen.
    De zweepworm leeft in de dikke darm van de hond, liefst in de blinde darm. Zweepwormeitjes komen via de uitwerpselen in de buitenwereld terecht, waar ze na 3 a 4 weken besmettelijk worden. De eitjes kunnen jarenlang in de grond overleven, zelfs in koude klimaten.
    Verschijnselen bij een zweepworminfectie
    Zweepwormen kunnen ontstekingen aan de binnenwand van het darmkanaal veroorzaken. Geïnfecteerde honden hebben vaak last van buikpijn, diarree verminderde eetlust, lusteloosheid en bloed in de ontlasting.

    Hartwormen.
    De hartworm is een zeer levensbedreigende parasiet voor uw puppy. Deze parasiet wordt overgebracht door muggen dus iedere hond kan gevaar lopen. Hartwormen komen vooral voor in warmere gebieden zoals Zuid-Europa, de Verenigde Staten en Australië. De hartworm lijkt zich echter uit te breiden naar de meer gematigde klimaten. Ook in België komt deze infectie af en toe voor, bijvoorbeeld bij honden die in Zuid-Europa zijn geweest. Honden die worden meegenomen naar gebieden waar hartworminfecties voorkomen lopen een verhoogd risico bij het betreden van deze gebieden. Neemt u uw hond mee naar een van deze gebieden, dan dient u de behandeling minimaal 1 maand voor aankomst in het gebied te beginnen. De behandeling dient maandelijks te worden gegeven met een laatste toediening nadat de hond het gebied heeft verlaten. Zorg ervoor dat uw hond eerst is getest voor mogelijke hartworminfectie voordat u begint met preventief behandelen. Als uw hond lijdt aan een hartworminfectie dan moet deze eerst behandeld worden alvorens u preventief behandeld.
    Verschijnselen bij een hartworminfectie
    In de eerste instantie wordt alleen hoest waargenomen. Bij erge aantasting volgen symptomen als benauwdheid, bloed spuwen, hartklachten en slechtere werkzaamheid van andere organen. Uiteindelijk kan dit zelfs leiden tot de dood van uw hond.

    Parasieten en mensen.
    Zoönoses zijn infecties die van dieren op mensen worden overgedragen. Spoelwormen en haakwormen kunnen op de mens worden overgedragen. Vooral jonge kinderen lopen risico besmet te raken bijvoorbeeld tijdens het spelen in de zandbak of in de tuin door opname van de eitjes via de mond of rechtstreeks in de huid. De larven van de spoelwormen komen ook bij de mens in de bloedbaan terecht en kunnen op veel plaatsen in het lichaam ontstekingshaardjes geven. Meestal gebeurt dit ongemerkt behalve als dit in het oog plaatsvindt. Een infectie van haakwormen bij de mensen kan inwendige bloedingen, bloedarmoede, buikpijn en diarree veroorzaken.

    Heeft uw hond de volgende symptomen, raadpleeg dan uw dierenarts:
    Diaree met bloed, verstopping, uitdroging, achterblijvende groei of een doffe vacht.

    Hoe kunt u besmetting voorkomen?
    Overal waar honden (en katten) hun behoefte doen, komen maag-darm wormen voor. Om besmetting te voorkomen moet u zorgen voor een goede persoonlijke hygiëne voor uw kinderen en voor het regelmatig ontwormen van uw hond.

    Vier keer per jaar ontwormen.
    Als u uw hond regelmatig ontwormt (minimaal vier keer per jaar) biedt dit voldoende bescherming voor uw hond en uw gezin. Puppies moeten het eerste half jaar maandelijks worden ontwormd.

    example graphic


Design